Meergranen bosbessen pannenkoekjes

Ik hink al een tijd op twee gedachten. Of eigenlijk vier. Het gaat om het keuze tussen U en jij en tussen cups en grammen. De oplettende lezer heeft gemerkt dat ik de laatste tijd soms “jij” gebruik in plaats van “U”. Het voelde opeens onbeleefd om de distantie te willen bewaren en “jij” leek om die reden dus gepaster. Maar, het voelt gekunsteld dat gejij. Wat vond U, was Felix Rottenberg onbeleefd door oud premier Van Agt met jij, je en Dries aan te spreken (de Wereld Draait Door, 23 april 2012)? Op Twitter vroegen kijkers zich af of Rottenberg soms met Van Agt had geknikkerd.

En dan de cups en grammen. Ik schreef er al eerder over (in Eva verwondert, Pruimentaart). In Amerika gebruik je met koken een cupmaat. Cups zijn een volumemaat terwijl grammen een gewicht vertegenwoordigen. Je kunt een cup met bloem op zo’n manier vullen dat er enkele grammen meer of minder bloem in de cup zitten. Het verschilt bovendien per ingrediënt hoeveel grammen er in een cup passen. Het is dus niet altijd zo gemakkelijk om de recepten van cups naar grammen om te zetten. En, grappig genoeg mislukken de recepten bij mij nooit ondanks mijn weinig precieze werkwijze. Wat te doen? Moet ik consequent zijn en duidelijk kiezen voor het één of het ander of kan ik het van het recept af laten hangen? Wat vind Jij? Mag ik van U verwachten dat je gewoon een maatbeker bezit met cupsaanduiding erop? Net zoals ik er gemakshalve vanuit ga dat je een keukenweegschaal hebt?  

Waar mogelijk zal ik beide maten opschrijven maar word niet boos als ik het een keer nalaat. 

Een luie (zondag)ochtend vraagt om een stapel bosbessenpannenkoeken. Hoewel je van lui natuurlijk niet echt kunt spreken wanneer je een baby van vijftien weken hebt! Mijn pecannoten-dadelbrood van een paar dagen geleden was bijna mislukt omdat ik tegelijkertijd het “in de mond/op de grond”spel aan het spelen was. Kent U dat spel? Het gaat als volgt: je geeft een baby een speeltje en de baby stopt het eerst in zijn mond en gooit het dan op de grond of andersom. In ieder geval bukt De Ouder zich iedere vijf seconden om het speeltje weer aan de baby te geven. Het is een reuzeleuk spel. Ik vergat hierdoor een halve cup yoghurt aan het brood toe te voegen zodat het brood iets droger uitviel dan de bedoeling was. Binnenkort volgt hier het recept mét yoghurt! Voor vandaag pannenkoekjes met yoghurt. Ze zijn zo lekker dat je niet zou zeggen dat ze ook nog gezond zijn.

Voor tien tot twaalf pannenkoekjes heb je nodig:

2 grote eieren

1 cup (7 el) volle yoghurt

3 el melk

3 el boter (en extra boter voor het bakken)

optioneel: een halve tl citroenrasp en een halve tl vanille-extract (had ik niet in huis)

½ cup (60 gram) volkorenmeel

½ cup (70 gram) bloem

¼ cup (30 gram) roggemeel

2 el suiker

1 el + 1 tl bakpoeder

½ tl zout

1 bakje bosbessen

Smelt de helft van de boter. Haal de pan dan van het vuur en smelt de rest van de boter. Zo wordt de boter niet al te heet.

Kluts de eieren en de yoghurt door elkaar. Voeg dan de melk toe, vervolgens de gesmolten boter (en eventueel de citroenrasp en de vanille-extract).

In een kleine kom meng je de droge ingrediënten door elkaar.

Roer de droge ingrediënten door de kom met natte ingrediënten. Het beslag hoort een beetje dik te zijn.

Verhit uw oven voor op een hele lage stand. Zet daar een ovenplaat in met wat bakpapier. Hier kunt U de pannenkoekjes die al gebakken zijn in warm houden totdat de hele stapel klaar is.

Verhit een klontje boter in een grote koekenpan en schep ¼ cup (ongeveer 3 el) beslag in de pan. In mijn pan pasten vier pannenkoekjes tegelijk. Druk in alle pannenkoekjes een paar bosbessen. Bak drie minuten aan één kant en draai ze dan om. Blijf erbij en let erop dat het gas niet te hoog staat (een middelhoog vuur is goed). Nog drie minuten aan de andere kant en dan zijn ze goed. De pannenkoekjes moeten goudbruin zijn en gaar. 

Bewaar de gebakken pannenkoekjes in de oven totdat ze allemaal klaar zijn. Stapel ze dan op en bestrooi ze royaal met poedersuiker.

noot: de pannenkoekjes zijn klein en dik en dus niet te vergelijken met Nederlandse pannenkoeken.

Het recept leende ik van Smittenkitchen.