Mijn moeder lust geen rabarber. Dus aten wij het thuis
nooit. Ik heb dus pas vrij laat in mijn leven ontdekt dat ik rabarber
verrukkelijk vind. Ik word erg blij wanneer ik in het voorjaar weer die mooie dieprode
staken zie verschijnen. Het is altijd zo’n fijn moment in het jaar dat de dagen
weer warmer worden maar je nog niet met blote benen de straat op hoeft. Het is
zo’n periode van “tussenjassen” en peperdure verse tuinbonen. Mensen lopen over
de markt met fietstassen vol met planten want dit jaar gaan ze écht iets van
hun balkon maken! Het is bijzonder optimistisch.
Toen ik zwanger was van Cáto had ik een constante honger
naar rauwe amandelen en pruimentaartjes. Nu ik zwanger ben van mijn
tweede dochter verlang ik naar rabarber!
Dit taartje komt uit het kookboek van Kirsten Eckhart en
Willem-Jan Hendriks: de eigenaren van lunchrestaurant Gartine. Hun koookboek
heet “Zoete & hartige heerlijkheden”. Het is een aanrader: zowel het boek
als het restaurant.
Voor 6 personen
Benodigdheden:
1 sinaasappel
50 gr hazelnoten
300 gr rabarber
80 gr suiker
4 plakjes bladerdeeg
75 gr amandelspijs
beetje bloem
1 eidooier
extra suiker
bakpapier
50 gr hazelnoten
300 gr rabarber
80 gr suiker
4 plakjes bladerdeeg
75 gr amandelspijs
beetje bloem
1 eidooier
extra suiker
bakpapier
Rasp de sinaasappel en pers hem uit. Rooster de hazelnoten in een koekenpan. Verwarm de oven voor op 200 graden.
Snijd de rabarber in stukken en doe deze samen met de suiker, de sinaasappelrasp en het sap in een steelpannetje. Verwarm totdat de rabarber zacht is.
Laat de rabarber goed uitlekken in een vergiet.
Ontdooi de plakjes bladerdeeg en maak hier twee langwerpige plakken van door ze twee aan twee aan elkaar vast te plakken (bevochtig de randen met wat water).
Leg de twee lange vellen op een vel bakpapier op een bakplaat.
Maal de noten fijn in de keukenmachine en meng ze met de uitgelekte rabarber.
Strooi een beetje bloem op een plank, leg de amandelspijs erop en rol het uit, zodat het net iets kleiner is dan het bladerdeeg. Leg het spijs op de bladerdeeg en verdeel het rabarbermengsel eroverheen. Laat de buitenste randen vrij. Bevochtig de buitenste randen van het bladerdeeg met water en leg hier de tweede plak bladerdeeg op. Druk de randen goed aan.
Smeer de bovenkant in met eidooier en strooi er wat suiker overheen.
Maak met een scherp mesje een paar inkepingen in de bovenkant van het bladerdeeg en bak de rabarber-jalousie in 35 minuten goudbruin.